Waarom je vanille niet mag overslaan

De geschiedenis van de transformatie van vanille tot een van de meest geurige kruiden van de moderne keuken gaat terug tot de tijd dat Hernando Cortes de Azteken versloeg in het begin van de 1500e eeuw. Er wordt aangenomen dat hij naar Europa terugkeerde met een voorraad vanille, met de bedoeling het te verkopen als een exotische luxe. Tegen het begin van de 1800e eeuw begonnen de Fransen de plant in Madagaskar te verbouwen. Het land is nog steeds de grootste leverancier van vanillebonen ter wereld. Jarenlang kon vanille alleen worden bestoven door een bepaald type bij, maar aan het einde van de 19e eeuw ontwikkelden botanici een manier om deze zoete specerij handmatig te bestuiven. Vanille bevat meer dan 200 antioxidanten, waardoor het een echte krachtpatser is in de strijd tegen vrije radicalen in het lichaam. Door de activiteit van vrije radicalen te verminderen, worden chronische ontstekingen en het risico op ernstige ziekten verminderd. Hiertoe kan vanille op twee manieren worden toegepast: inwendig en uitwendig. Voeg vanille-extract toe aan fruitsmoothies, zelfgemaakte amandelmelk of rauw ijs. Voeg voor een uitwendig effect een paar druppels etherische olie van vanille toe aan een crème of lotion. Vanille helpt het probleem van puistjes, mee-eters te verminderen en ook brandwonden te verzachten. Vanille maakt deel uit van de groep van vanilloïde verbindingen. Interessant is dat capsaïcine, de chemische stof die het brandende gevoel in de mond veroorzaakt van hete pepers, ook een vanilloïde is. Studies hebben aangetoond dat capsaïcine een krachtige ontstekingsremmende en pijnstillende stof is.

Laat een reactie achter