Paddenstoelen kun je niet alleen in bossen plukken, maar ook in je eigen datsja. In dit opzicht zijn ze niet slechter dan de populaire aardbeien, frambozen of bramen.

Maar het kweken van paddenstoelen is nog steeds geen gemakkelijke taak, het vereist bepaalde kennis en veel geduld. Op het eerste gezicht vergen paddenstoelen en champignons niet veel inspanning: ze groeien alleen, zonder water, wieden of kunstmest. Maar feit is dat paddenstoelen "onafhankelijke" wezens zijn en duidelijk geen tuingewas willen worden, ondanks al onze inspanningen.

Tot nu toe is de mens er in ieder geval in geslaagd om minder dan honderd soorten te 'temmen', en in de natuur zijn er duizenden en duizenden van! Maar de pogingen gaan door. Het is immers niet alleen interessant en winstgevend, maar ook nuttig voor tuinbomen en -heesters. Paddestoelen zijn in staat hout en tuinafval te verwerken tot humus, waardoor de balans van bodemvorming wordt hersteld. In dit opzicht laten paddenstoelen zelfs regenwormen ver achter zich.

Niet alle paddenstoelen zouden in het land moeten worden gekweekt, ook al kunnen ze daar wortel schieten. Eetbare vlokken of herfstpaddenstoelen voelen zich bijvoorbeeld niet alleen op hun gemak op dode stronken, maar ook op levende bomen. Ze zijn in staat om in korte tijd de hele tuin te vernietigen, parasiterend op appelbomen of peren. Doe voorzichtig!

Laat een reactie achter