Botervloot met poten (Suillus cavipes)

systematiek:
  • Divisie: Basidiomycota (Basidiomycetes)
  • Onderverdeling: Agaricomycotina (Agaricomycetes)
  • Klasse: Agaricomycetes (Agaricomycetes)
  • Subklasse: Agaricomycetidae (Agaricomycetes)
  • Bestelling: Boletales (Boletales)
  • Familie: Suillaceae
  • Geslacht: Suillus (Olieman)
  • Type: Suillus cavipes

Full-legged butterdish (Suillus cavipes) foto en beschrijving

Hoed: in de full-legged oiler heeft de elastische, dunne dop eerst een klokvormige vorm, wordt dan convex en plat met een golvend oppervlak in een volwassen paddenstoel. Op de dop is duidelijk een klein uitpuilend knobbeltje te zien. De randen van de dop van de full-leg oiler zijn lobvormig, met fragmenten van de sprei. De kleur van de hoed verandert tijdens het rijpen van de schimmel van bruin naar roestig rood en geel. De diameter van de kap is maximaal 17 cm. Het oppervlak van de dop is droog, niet plakkerig, bedekt met donkere vezelachtige schubben. De huid is bedekt met een bijna onmerkbare, dunne pluis.

Been: aan de basis is de stengel bijna rhizoïdaal, in het midden verdikt, volledig hol. Bij regenachtig weer wordt de beenholte van de full-legged oiler waterig. Aan de bovenkant van het been zie je een zelfklevende ring, die al snel rafelig wordt. Voor de holle poot werd de paddenstoel de butterdish polonozhkovy genoemd.

poriën: breed met scherpe randen. Sporenpoeder: olijfgeel. Sporen zijn ellipsoïde-spoelvormig, glad buffy-geel van kleur.

Buizen: kort, aflopend langs de stengel, stevig vastgemaakt aan de hoed. In het begin heeft de buisvormige laag een lichtgele kleur, daarna wordt deze bruinachtig of olijfgroen. De buisjes hebben een relatief radiale opstelling, de poriën zijn vrij groot.

Pulp: vezelig, elastisch kan lichtgeel of citroengeel zijn. Het vruchtvlees heeft een bijna onopvallende geur en een aangename smaak. In het been is het vlees bruinachtig van kleur.

Gelijkenis: lijkt een beetje op een vliegwiel, dus wordt het ook wel vliegwiel met halve poot. Het heeft geen gelijkenis met giftige soorten.

Spread: Het komt vooral voor in ceder- en loofbossen. De vruchtperiode is van augustus tot oktober. Geeft de voorkeur aan bodems in bergachtige of laaggelegen gebieden.

Eetbaarheid: voorwaardelijk eetbare paddenstoel, de vierde categorie van voedingskwaliteiten. Gebruikt gedroogd of vers. Paddenstoelenplukkers beschouwen de boterchampignon niet als waardevol vanwege zijn rubberachtige pulp.

Laat een reactie achter