Brosse russula (Russula fragilis)
- Divisie: Basidiomycota (Basidiomycetes)
- Onderverdeling: Agaricomycotina (Agaricomycetes)
- Klasse: Agaricomycetes (Agaricomycetes)
- Subklasse: van onzekere positie
- Bestelling: Russulales (Russulovje)
- Familie: Russulaceae (Russula)
- Geslacht: Russula (Russula)
- Type: Russula fragilis (Russula bros)
Russula bros - Een van kleur veranderende kleine russula wiens hoed vaak roze-paars is en vervaagt met de leeftijd.
hoofd 2,5-6 cm in diameter, op jonge leeftijd convex, daarna van open naar concaaf, langs de rand met korte littekens, doorschijnende platen, roze-violet, soms grijsgroen van kleur.
Been glad, wit, cilindrisch, melig, vaak fijn gestreept.
Archief blijven lang wit, worden dan gelig, soms met een gekartelde rand. De stengel is wit, 3-7 cm lang en 5-15 mm dik. Pulp met een sterk brandende smaak.
sporen wit poeder.
geschillen kleurloos, met een amyloïde mesh-ornament, hebben de vorm van korte ellipsen van 7-9 x 6-7,5 micron groot.
Het komt vaak voor op zure gronden in loof-, gemengde en naaldbossen onder berken, dennen, eiken, haagbeuken, enz. Brosse russula komt voor in naald- en loofbossen van augustus tot oktober, minder vaak vanaf juni. Een paddenstoel groeit in Karelië, de middelste zone van het Europese deel van Ons Land, de Baltische staten, Wit-Rusland en Oekraïne.
Seizoen: Zomer – herfst (juli – oktober).
Russula bros lijkt erg op de oneetbare russula sardonyx, of citroenlamella (Russula sardonia), die vooral verschilt in de harde, zwartviolette kleur van de dop en de platen - helder tot zwavelgeel.
De paddenstoel is voorwaardelijk eetbaar, de vierde categorie. Alleen gezouten gebruikt. In zijn ruwe vorm kan het milde gastro-intestinale vergiftiging veroorzaken.