Abrikozenpitten: voor- en nadelen

Er zijn twee soorten abrikozenpitten: zoet en bitter. Deze laatste staan ​​in Rusland sinds 1845 bekend als een natuurlijke remedie bij de behandeling van kanker, in de VS sinds 1920. Er zijn echter tot op de dag van vandaag onenigheid over het nut van abrikozenpitten. In de Chinese geneeskunde worden ze ook gebruikt voor indigestie, hoge bloeddruk, artritis en ademhalingsproblemen.

Van abrikozenpitten wordt aangenomen dat ze een uitstekende bron zijn van ijzer, kalium, fosfor en vitamine B17 (ook bekend als amygdaline, gevonden in de zaden van perziken, pruimen en appels). Amygdaline en laetril in abrikozenpitten bevatten vier krachtige stoffen, waarvan twee benzaldehyde en cyanide. Nee, je hoort het goed! Cyanide is een van de stoffen die ervoor zorgen dat abrikozenpitten hun werk doen. Veel voedingsmiddelen zoals gierst, spruitjes, limabonen en spinazie bevatten wat cyanide. Dit gehalte is veilig, omdat het cyanide in de stof "opgesloten" blijft en onschadelijk is wanneer het in andere moleculaire formaties wordt gebonden. Daarnaast is in ons lichaam het enzym rhodanaan aanwezig, dat als functie heeft het zoeken naar vrije cyanidemoleculen om deze te neutraliseren. Kankercellen zijn abnormaal, ze bevatten bèta-glucosidasen die niet aanwezig zijn in gezonde cellen. Bèta-glucosidase is het "deblokkerende" enzym voor cyanide en benzaldehyde in de amygdaline-moleculen. .

Vitamine B17 heeft een therapeutisch effect op. Net als amandelen zijn abrikozenpitten dat ook. In Europa staan ​​ze bekend om hun reputatie. Er wordt naar verwezen door William Shakespeare in zijn A Midsummer Night's Dream, evenals door John Webster. Wetenschappelijk bewijs voor dit effect is echter nog niet gevonden.

Abrikozenpitten worden toegeschreven, in verband waarmee veel artsen ze aanbevelen om de darmfunctie te reguleren. Bovendien hebben ze antibacteriële en schimmelwerende eigenschappen, waardoor ze effectief zijn tegen Candida albicans.

Laat een reactie achter