Granulaire cystoderma (Cystoderma granulosum)
- Divisie: Basidiomycota (Basidiomycetes)
- Onderverdeling: Agaricomycotina (Agaricomycetes)
- Klasse: Agaricomycetes (Agaricomycetes)
- Subklasse: Agaricomycetidae (Agaricomycetes)
- Bestelling: Agaricales (Agaric of Lamellar)
- Familie: Agaricaceae (Champignon)
- Geslacht: Cystodermie (Cystodermie)
- Type: Cystoderma granulosum (granulaire cystoderma)
- Agaricus granulosa
- Lepiota granulosa
hoofd granulair cystoderm klein, 1-5 cm ; in jonge paddenstoelen - eivormig, bol, met een opstaande rand, bedekt met vlokken en "wratten", met een rand met franjes; in volwassen paddenstoelen - plat-convex of uitgestrekt; de huid van de dop is droog, fijnkorrelig, soms gerimpeld, roodachtig of okerbruin, soms met een oranje tint, vervagend.
Archief bijna vrij, frequent, met tussenplaten, romig of geelachtig wit.
Been cystoderm korrelig 2-6 x 0,5-0,9 cm, cilindrisch of naar de basis toe geëxpandeerd, hol, droog, van dezelfde kleur met een dop of lila; boven de ring – glad, lichter, onder de ring – korrelig, met schubben. De ring is van korte duur, vaak afwezig.
Pulp witachtig of geelachtig, met een onuitgesproken smaak en geur.
Sporenpoeder is wit.
Ecologie en distributie
Op grote schaal verspreid over Europa en Noord-Amerika. Het groeit verspreid of in groepen, voornamelijk in gemengde bossen, op aarde of in mos, van augustus tot oktober.
Voedselkwaliteit
Voorwaardelijk eetbare paddenstoel. Gebruik vers.