Geschenk van de natuur – paddenstoelen

Paddestoelen zijn geen planten of dieren, ze zijn een apart koninkrijk. De paddenstoelen die we verzamelen en eten zijn slechts een klein onderdeel van een groot levend organisme. De basis is mycelium. Dit is een levend lichaam, alsof het uit dunne draden is geweven. Het mycelium zit meestal verborgen in de bodem of een andere voedingsstof en kan honderden meters uitspreiden. Het is onzichtbaar totdat het lichaam van de schimmel zich erop ontwikkelt, of het nu een cantharel, een paddenstoel of een "vogelnest" is.

In de jaren zestig werden paddenstoelen geclassificeerd als: fungus (lat. - schimmels). Deze familie omvat ook gisten, myxomyceten en enkele andere verwante organismen.

Er groeien naar schatting 1,5 tot 2 miljoen soorten schimmels op aarde, en slechts 80 daarvan zijn goed geïdentificeerd. Theoretisch zijn er voor 1 type groene plant 6 soorten paddenstoelen.

In sommige opzichten zijn paddenstoelen dichter bij dierendan aan planten. Net als wij ademen ze zuurstof in en kooldioxide uit. Champignoneiwit is vergelijkbaar met dierlijk eiwit.

Paddestoelen groeien uit geschilen geen zaden. Eén volwassen paddenstoel produceert maar liefst 16 miljard sporen!

Hiërogliefen gevonden in de graven van de farao's geven aan dat de Egyptenaren paddenstoelen beschouwden "plant van onsterfelijkheid". In die tijd mochten alleen leden van koninklijke families paddenstoelen eten; gewone mensen werden verboden om deze vruchten te eten.

In de taal van sommige Zuid-Amerikaanse stammen worden paddenstoelen en vlees met hetzelfde woord aangeduid, aangezien ze qua voedingswaarde gelijkwaardig zijn.

De oude Romeinen noemden paddenstoelen “voedsel van de goden”.

In de Chinese volksgeneeskunde worden paddenstoelen al duizenden jaren gebruikt om verschillende aandoeningen te behandelen. De westerse wetenschap begint nu de medisch actieve verbindingen in paddenstoelen te gebruiken. Penicilline en streptomycine zijn voorbeelden van krachtige antibioticaafgeleid van paddenstoelen. Andere antibacteriële en antivirale verbindingen worden ook in dit koninkrijk gevonden.

Champignons worden als sterk beschouwd immunomodulatoren. Ze helpen astma, allergieën, artritis en andere ziekten te bestrijden. Deze eigenschap van paddenstoelen wordt momenteel actief onderzocht door westerse artsen, hoewel de genezende eigenschappen van schimmels veel breder kunnen worden verspreid.

Net als mensen maken paddenstoelen vitamine D aan wanneer ze worden blootgesteld aan zonlicht en ultraviolette straling. Deze laatste wordt gebruikt bij de industriële teelt van paddenstoelen. Een portie mitaki bevat bijvoorbeeld 85% van de aanbevolen dagelijkse inname van vitamine D. Tegenwoordig wordt er veel aandacht besteed aan het tekort aan deze vitamine, dat in verband wordt gebracht met veel ziekten, waaronder kanker.

Champignons zijn:

  • Bron van niacine

  • Bron van selenium, vezels, kalium, vitamine B1 en B2

  • Bevat geen cholesterol

  • Laag in calorieën, vet en natrium

  • Antioxidanten

En het is ook een echt geschenk van de natuur, voedzaam, lekker, goed in welke vorm dan ook en geliefd bij vele fijnproevers.

Laat een reactie achter