Misvattingen omringen het vegetarische dieet en zijn volgelingen al vele jaren. Laten we eens kijken naar deze mythen en realiteit.
Mythe: Vegetariërs krijgen niet genoeg eiwitten binnen.
Feit: vroeger dachten voedingsdeskundigen van wel, maar dat is lang geleden. Inmiddels is bekend dat vegetariërs voldoende eiwitten binnenkrijgen. Ze krijgen het echter niet in overmatige hoeveelheden binnen, zoals in een typisch modern dieet. Als je veel fruit, groenten, granen en peulvruchten eet, is het binnenkrijgen van eiwitten geen probleem.
Mythe: Vegetariërs krijgen niet genoeg calcium binnen.
Feit: Deze mythe is vooral van toepassing op veganisten die zuivel hebben versneden. Op de een of andere manier zijn mensen gaan geloven dat melk en kaas de enige goede bron van calcium zijn. Melk bevat inderdaad veel calcium, maar daarnaast komt calcium ook voor in groenten, vooral groene bladgroenten. De waarheid is dat vegetariërs minder snel last hebben van osteoporose (calciumtekort dat leidt tot broze botten), omdat het lichaam het calcium dat ze consumeren beter kan opnemen.
Mythe: Vegetarische diëten zijn niet uitgebalanceerd, ze riskeren hun gezondheid omwille van principes.
Feit: Allereerst is een vegetarisch dieet niet onevenwichtig. Het bevat in goede verhouding alle complexe koolhydraten, eiwitten en vetten - de drie belangrijkste soorten voedingsstoffen die de basis vormen van elk dieet. Bovendien zijn vegetarische voedingsmiddelen (planten) de beste bronnen van de meeste micronutriënten. Je kunt het zo bekijken: de gemiddelde vleeseter eet één groentemaaltijd per dag en helemaal geen fruit. Als een vleeseter groenten eet, zijn het hoogstwaarschijnlijk gebakken aardappelen. "Gebrek aan evenwicht" hangt af van het gezichtspunt.
Mythe: Een vegetarisch dieet is prima voor volwassenen, maar kinderen hebben vlees nodig om zich normaal te ontwikkelen.
Feit: Deze stelling houdt in dat plantaardig eiwit niet zo goed is als vleeseiwit. De waarheid is dat eiwit eiwit is. Het is opgebouwd uit aminozuren. Kinderen hebben 10 essentiële aminozuren nodig om normaal te groeien en zich te ontwikkelen. Deze aminozuren kunnen op dezelfde manier worden verkregen uit planten als uit vlees.
Mythe: De mens heeft de structuur van een vleeseter.
Feit: Hoewel mensen vlees kunnen verteren, heeft de menselijke anatomie een duidelijke voorkeur voor een plantaardig dieet. Ons spijsverteringssysteem is vergelijkbaar met dat van herbivoren en is helemaal niet vergelijkbaar met dat van carnivoren. Het argument dat mensen carnivoren zijn omdat ze hoektanden hebben, gaat voorbij aan het feit dat andere herbivoren ook hoektanden hebben, maar ALLEEN herbivoren hebben kiezen. Ten slotte, als mensen waren gemaakt om vleeseters te zijn, zouden ze niet lijden aan hartaandoeningen, kanker, diabetes en osteoporose veroorzaakt door het eten van vlees.