Wat is het verhaal van de priester en zijn arbeider Balda: wat leert het, analyse, moraliteit en betekenis?

Wat is het verhaal van de priester en zijn arbeider Balda: wat leert het, analyse, moraliteit en betekenis?

De perceptie van boeken verschilt op verschillende leeftijden. Kinderen zijn meer geïnteresseerd in heldere beelden, grappige voorvallen, sprookjesachtige gebeurtenissen. Volwassenen willen graag weten voor wie het is geschreven en waar het over gaat. "The Tale of the Priest and His Worker Balda" laat door het voorbeeld van de hoofdpersonen zien dat de prijs van bedrog en hebzucht altijd hoog is.

In het sprookje wordt een bekende folkloristische plot gebruikt: een scherpe, hardwerkende persoon uit het volk leerde een hebzuchtige predikant een lesje. Het maakt eigenlijk niet uit tot welke klasse de personages behoren. Het werk bespot en handhaaft universele menselijke eigenschappen. In de eerste editie heette het essay "Het verhaal van de koopman Kuzma Ostolop en zijn arbeider Balda". Vanwege het feit dat de priester koopman werd, is de betekenis niet veranderd.

Voor kinderen is het verhaal van de priester en de arbeider een leuke en leerzame lezing

De helden ontmoeten elkaar op de bazaar. Vader kon geen bruidegom of timmerman vinden. Iedereen wist dat hij weinig betaalde en weigerde onder zulke voorwaarden te werken. En toen gebeurde er een wonder: er was een sukkel die geen geld wilde. Hij wil alleen goedkoop eten en toestemming om zijn werkgever drie keer op het voorhoofd te slaan. Het aanbod leek winstgevend. Bovendien, als de werknemer het niet aankan, is het mogelijk om hem met een zuiver geweten eruit te schoppen en klikken te voorkomen.

De priester heeft pech, Balda doet alles wat hem gevraagd wordt. Er valt hem niets te verwijten. De datum van afrekening nadert. De priester wil zijn voorhoofd niet vervangen. De vrouw adviseert de werknemer een onmogelijke taak te geven: de schuld van de duivel overnemen. Iedereen zou een verlies hebben, maar Baldu zal ook in deze kwestie succesvol zijn. Hij komt terug met een hele zak huur. De priester moet volledig betalen.

Wat het gedrag van de negatieve held leert 

Het is vreemd dat een priester geld verwacht van boze geesten. Een geestelijke vader kon de zee heiligen en demonen uitdrijven. Het lijkt erop dat hij een truc heeft bedacht: hij liet de boze geesten blijven en stelde er een prijs voor. De demonen betalen niet, maar ze gaan ook niet weg. Ze weten dat deze predikant eindeloos zal hopen op inkomsten van hen.

Niet hebzuchtig zijn is wat het sprookje leert

De “gratis” werknemer kwam de werkgever duur te staan. Het is allemaal de schuld van de kwaliteit van de negatieve held:

  • Overmoed. Het is dwaas om geld te sparen en gezondheid op te offeren, maar het is niet iemands schuld dat hij van de geest wordt beroofd. Het is echt dom om te denken dat je slimmer bent dan de persoon met wie je te maken hebt. Veel slachtoffers van oplichters trappen in deze val.
  • Hebzucht. Gierigheid is de keerzijde van soberheid. De pastoor wilde parochiegeld besparen - dat is goed. Het was slecht om het op kosten van iemand anders te doen. Hij ontmoette een man wiens naam "club", "dwaas" betekent, en besloot geld te verdienen met een onnozele.
  • Kwade trouw. Ik moest mijn fout toegeven en eerlijk mijn belofte houden. In plaats daarvan begon de priester na te denken over hoe hij verantwoordelijkheid kon vermijden. Ik zou niet ontwijken en ontwijken - ik stapte uit met komische klikken. Maar hij wilde vals spelen en werd daarvoor gestraft.

Dit alles wordt bevestigd door een korte moraal aan het einde van het verhaal: "Jij, priester, zou niet op jacht zijn naar goedkoopheid."

Een positief voorbeeld voor kinderen en moraliteit

Het is een vreugde om naar een behendige en bekwame werker te kijken. De familie van de priester is blij met hem. Balda slaagt in alles, omdat hij begiftigd is met positieve eigenschappen:

  • Hard werken. Balda is altijd bezig met zaken. Hij is voor geen enkel werk bang: hij ploegt, verwarmt de kachel, maakt eten klaar.
  • Moed. De held is niet eens bang voor duivels. De demonen zijn schuldig, zij hebben de huur niet betaald. Balda is ervan overtuigd dat hij gelijk heeft. Hij spreekt onbevreesd met hen en zij zullen, gezien de kracht van zijn karakter, gehoorzamen.
  • Fatsoen. De held beloofde goed te werken en hield woord. Gedurende het jaar onderhandelt hij niet, vraagt ​​hij geen loonsverhoging, klaagt hij niet. Hij vervult zijn taken eerlijk en slaagt er ook in om de priester te helpen met de baby.
  • Snugger. Vindingrijkheid is geen aangeboren eigenschap. Je kunt het in jezelf ontwikkelen als je niet lui bent. Balda moet geld van de duivels aannemen. Het is onwaarschijnlijk dat hij eerder met zo'n taak te maken heeft gehad. De held moest hard werken om erachter te komen hoe het op te lossen.

Balda doet alles correct en eerlijk. Hij is niet belast met spijt voor zijn daden. Daarom is de arbeider, in tegenstelling tot de priester, opgewekt. Hij is altijd in een geweldige bui.

In het boek komen verantwoordelijkheid en oneerlijkheid, intelligentie en domheid, eerlijkheid en hebzucht met elkaar in botsing. Deze eigenschappen worden belichaamd in de persoonlijkheden van de personages. De een leert de lezer hoe het niet moet, de ander dient als voorbeeld van correct gedrag.

Laat een reactie achter