Wat is de nekplooi van de foetus?

Wat is nekplooivorming?

Nekdoorschijnendheid, zoals de naam al doet vermoeden, bevindt zich in de nek van de foetus. Het is te wijten aan een kleine loslating tussen de huid en de wervelkolom en komt overeen met een zogenaamde echovrije zone (d.w.z. die tijdens het onderzoek geen echo teruggeeft). Alle foetussen hebben nekplooivorming in het eerste trimester, maar de nekplooivorming verdwijnt dan. Focus op nekplooien.

Waarom nekplooimeting meten?

Meting van nekplooimeting is de eerste stap in screening op chromosomale ziekten, en in het bijzonder op: trisomie 21. Het wordt ook gebruikt om afwijkingen in de lymfecirculatie en bepaalde hartaandoeningen op te sporen. Wanneer de meting een risico aan het licht brengt, beschouwen artsen dat als een 'roepnaam', een trigger voor verder onderzoek.

Wanneer wordt de meting gedaan?

De nekplooimeting dient plaats te vinden tijdens de eerste echo van de zwangerschap, dus tussen 11 en 14 weken zwangerschap. Het is absoluut noodzakelijk dat het onderzoek op dit moment wordt gedaan, omdat na drie maanden de nekplooivorming verdwijnt.

Nekdoorschijnendheid: hoe worden de risico's berekend?

Tot 3 mm dik wordt nekplooivorming als normaal beschouwd. Bovenstaand, risico's worden berekend op basis van de leeftijd van de moeder en de duur van de zwangerschap. Hoe ouder de vrouw, hoe groter de risico's. Aan de andere kant, hoe verder de zwangerschap gevorderd is op het moment van de meting, hoe kleiner het risico: als de nek 4 mm meet na 14 weken, zijn de risico's lager dan wanneer deze 4 mm meet na 11 weken.

Nekplooimeting: is deze 100% betrouwbaar?

De nekplooimeting kan meer dan 80% van de gevallen van trisomie 21 detecteren, maar 5% van de gevallen van te dikke nekken blijkt valse positieven.

Dit onderzoek vereist zeer nauwkeurige meettechnieken. Tijdens een echo kan de kwaliteit van het resultaat worden aangetast, bijvoorbeeld door een slechte ligging van de foetus.

Nekdoorschijnendheidsmeting: wat nu?

Aan het einde van dit onderzoek wordt aan alle zwangere vrouwen een bloedtest aangeboden, de test van serummarkers. De resultaten van deze analyse, gecombineerd met de leeftijd van de moeder en het meten van nekplooimeting, maken het mogelijk om een ​​risico op trisomie 21 in te schatten. Als dit hoog is, zal de arts de moeder verschillende opties aanbieden: ofwel een TGNI, niet-invasieve prenatale screening (een bloedmonster van de moeder) of het uitvoeren van een trofoblastbiopsie of vruchtwaterpunctie, meer invasief…. Deze laatste twee tests maken het mogelijk om het karyotype van de foetus te analyseren en precies te weten of het een chromosomale ziekte heeft. De kans op een miskraam is 0,1% voor de eerste en 0,5% voor de tweede. Anders worden cardiale en morfologische echografie aanbevolen.

Laat een reactie achter