Schimmelinfecties komen vaak voort uit een eenvoudige onbalans van micro-organismen die van nature in het lichaam aanwezig zijn.

Het wordt in feite gekoloniseerd door een veelvoud aan verschillende schimmels en bacteriën, meestal onschadelijk en zelfs essentieel voor het goed functioneren van het lichaam.

Het kan echter gebeuren dat sommige van deze schimmels zich vermenigvuldigen en pathogeen worden, of dat een “uitwendige” schimmel, overgedragen door bijvoorbeeld een dier, een infectie veroorzaakt. In totaal kunnen 200-400 soorten schimmels bij mensen ziekten veroorzaken⁵.

In het milieu aanwezige schimmels kunnen echter ook mensen besmetten, bijvoorbeeld:

• door inenting, bijvoorbeeld tijdens een verwonding (leidend tot sporotrichose of chromomycose, enz.);
• door inademing van schimmels (histoplasmose, apergillose, enz.);
• door contact met een besmette persoon (candidiasis, ringwormen, enz.);
• door contact met een besmet dier.