Ishihara testen

Visietest, de Ishihara-test is meer specifiek geïnteresseerd in de perceptie van kleuren. Tegenwoordig is het wereldwijd de meest gebruikte test om verschillende soorten kleurenblindheid te diagnosticeren.

Wat is de Ishihara-test?

In 1917 bedacht door de Japanse professor Shinobu Ishihara (1879-1963), is de Ishihara-test een chromatisch onderzoek om de perceptie van kleuren te beoordelen. Het maakt het mogelijk om bepaalde storingen te detecteren die verband houden met kleurenzien (dyschromatopsie), gewoonlijk gegroepeerd onder de term kleurenblindheid.

De test bestaat uit 38 borden, opgebouwd uit een mozaïek van stippen van verschillende kleuren, waarin een vorm of nummer verschijnt dankzij een eenheid van kleuren. De patiënt wordt daarom getest op zijn vermogen om deze vorm te herkennen: de kleurenblinde kan de tekening niet onderscheiden omdat hij de kleur niet goed waarneemt. De test is opgedeeld in verschillende reeksen, elk gericht op een specifieke anomalie.

Hoe gaat de toets?

De test vindt plaats in een oogheelkundig kantoor. De patiënt moet zijn corrigerende bril dragen als hij deze nodig heeft. Beide ogen worden meestal tegelijkertijd getest.

De platen worden één voor één aan de patiënt aangeboden, die het nummer of de vorm die hij onderscheidt, of de afwezigheid van vorm of nummer moet aangeven.

Wanneer de Ishihara-test doen?

De Ishihara-test wordt aangeboden bij verdenking van kleurenblindheid, bijvoorbeeld in gezinnen met kleurenblindheid (de afwijking is meestal van genetische oorsprong) of tijdens routineonderzoek, bijvoorbeeld bij de ingang van de school.

De resultaten

De testresultaten helpen bij het diagnosticeren van verschillende vormen van kleurenblindheid:

  • protanopie (de persoon ziet geen rood) of protanomalie: de perceptie van rood is verminderd
  • deuteranopia (de persoon ziet geen groen) of deuteranomalie (de perceptie van groen is verminderd).

Omdat de test kwalitatief en niet kwantitatief is, is het niet mogelijk om het aanvalsniveau van een persoon te detecteren, en dus om bijvoorbeeld deuteranopia van deuteranomalie te onderscheiden. Een meer diepgaand oogheelkundig onderzoek zal het mogelijk maken om het type kleurenblindheid te specificeren.

De test kan ook geen diagnose stellen van tritanopie (de persoon ziet de blauwe plek en de tritanomalie (verminderde waarneming van blauw), die zeldzaam zijn, niet.

Geen enkele behandeling maakt het momenteel mogelijk om kleurenblindheid te verlichten, die bovendien niet echt een dagelijkse handicap veroorzaakt, noch de kwaliteit van het gezichtsvermogen verandert.

Laat een reactie achter