Saperavi-druif: druivensoort

Saperavi-druif: druivensoort

Druif "Saperavi" komt uit Georgië. Het wordt geteeld in regio's met een mild klimaat. Meestal zijn dit de landen van het Zwarte Zeebekken. Er worden tafelwijnen van hoge kwaliteit uit verkregen en gerijpt in warme klimaten, bijvoorbeeld in Oezbekistan, het is geschikt voor de productie van dessert- en sterke wijnen.

Beschrijving van druiven: "Saperavi" variëteit

Dit is een hoogproductief ras, de trossen worden groot en zien er mooi uit. De plant is matig winterhard en kan temperaturen tot –23°C veilig overleven. Droogtetolerant.

Druivensoort “Saperavi” – technische kwaliteit, alleen geschikt voor verwerking

Deze druif heeft de volgende kenmerken:

  • De bessen zijn ovaal, donkerblauw. Middelgroot, tot 4-6 g. Ze hebben een dikke waslaag op het oppervlak.
  • De huid is dicht, maakt transport mogelijk, maar niet dik.
  • Het sappige vruchtvlees heeft een frisse en aangename smaak; er zijn 2 zaden in het midden van de bes. Het sap ervan blijkt licht gekleurd te zijn.
  • Bloemen zijn biseksueel, hebben geen bestuiving nodig.

Het suikergehalte is maximaal 22 g per 100 cm. Uit 10 kg fruit kan 8 liter sap worden gehaald. Het wordt een uitstekende grondstof voor wijn, vooral vanwege het hoge gehalte aan essentiële oliën. De sterkte van de wijn is 10-12 graden. Het wordt lange tijd bewaard en verbetert zijn kwaliteiten als het wordt toegediend. De meest gewaardeerde wijn rijpt 12 jaar.

Let op deze eigenschap: bij het drinken van het sap worden de lippen en tanden rood.

De scheuten van de druiven groeien sterk. Van al hun massa is 70% vruchtbaar. De bladeren zijn vijflobbig, afgerond, van gemiddelde grootte. In het onderste deel hebben ze een aanzienlijke beharing. Ze bedekken het fruit tegen direct zonlicht, maar degenen die te dicht bij de tros groeien, moeten worden verwijderd. De trossen hebben de volgende kenmerken:

  • Ze groeien op een 4,5 cm lange steel.
  • De bos is conisch van vorm, sterk vertakt.
  • Het is middelgroot en weegt tot 110 g.

Bij elke shoot moet je 7 trossen achterlaten. Hierdoor kunnen ze zich beter ontwikkelen, grotere en smakelijkere bessen produceren. De rest van de trossen moet worden verwijderd.

Kies voor de teeltgrond die geen kalk of zout bevat. Het moet goed gedraineerd zijn, vochtstagnatie is niet toegestaan.

Water geven is met mate vereist; het is niet nodig om de plant te vullen. Preventieve behandelingen tegen schimmelziekten worden aanbevolen, omdat bladeren en bessen vaak worden aangetast door meeldauw, echte meeldauw en grijsrot. Onder geschikte omstandigheden kan een druivenstruik tot 25 jaar op één plek groeien.

Laat een reactie achter