Hoe zich te ontdoen van onbewuste destructieve houdingen die ons ervan weerhouden om gelukkig te leven en onszelf te vervullen? De methode van cognitieve gedragstherapie (CGT) is erop gericht dit probleem op te lossen. Ter nagedachtenis aan de oprichter, Aaron Beck, publiceren we een artikel over hoe CGT werkt.

Op 1 november 2021 stierf Aaron Temkin Beck - een Amerikaanse psychotherapeut, professor in de psychiatrie, die de geschiedenis in ging als de schepper van de cognitief-gedragsmatige richting in psychotherapie.

"De sleutel tot het begrijpen en oplossen van psychologische problemen ligt in de geest van de patiënt", zei de psychotherapeut. Zijn baanbrekende benadering van het werken met depressie, fobieën en angststoornissen heeft goede resultaten opgeleverd in therapie met cliënten en is populair geworden bij professionals over de hele wereld.

Wat het is?

Deze methode van psychotherapie appelleert aan het bewustzijn en helpt om stereotypen en vooroordelen die ons van keuzevrijheid beroven en ons ertoe aanzetten om volgens een patroon te handelen, los te laten.

De methode maakt het mogelijk om, indien nodig, de onbewuste, "automatische" conclusies van de patiënt te corrigeren. Hij ziet ze als waarheid, maar in werkelijkheid kunnen ze echte gebeurtenissen sterk vervormen. Deze gedachten worden vaak de bron van pijnlijke emoties, ongepast gedrag, depressie, angststoornissen en andere ziekten.

Operatie principe

Therapie is gebaseerd op het gezamenlijke werk van de therapeut en de patiënt. De therapeut leert de patiënt niet correct te denken, maar begrijpt samen met hem of de gebruikelijke manier van denken hem helpt of hindert. De sleutel tot succes is de actieve deelname van de patiënt, die niet alleen in sessies werkt, maar ook huiswerk maakt.

Als de therapie in het begin alleen gericht is op de symptomen en klachten van de patiënt, begint het geleidelijk de onbewuste gebieden van denken te beïnvloeden - kernovertuigingen, evenals gebeurtenissen uit de kindertijd die hun vorming hebben beïnvloed. Het principe van feedback is belangrijk: de therapeut controleert voortdurend hoe de patiënt begrijpt wat er in de therapie gebeurt en bespreekt mogelijke fouten met hem.

Voortgang

De patiënt zoekt samen met de psychotherapeut uit onder welke omstandigheden het probleem zich manifesteert: hoe “automatische gedachten” ontstaan ​​en hoe deze zijn ideeën, ervaringen en gedrag beïnvloeden. In de eerste sessie luistert de therapeut alleen aandachtig naar de patiënt, en in de volgende sessie bespreken ze uitgebreid de gedachten en het gedrag van de patiënt in tal van alledaagse situaties: waar denkt hij aan als hij wakker wordt? Hoe zit het met het ontbijt? Het doel is om een ​​lijst te maken van momenten en situaties die angst veroorzaken.

Vervolgens plannen de therapeut en de patiënt een werkprogramma. Het omvat taken die u moet uitvoeren op plaatsen of in omstandigheden die angst veroorzaken - met de lift gaan, dineren op een openbare plaats ... Met deze oefeningen kunt u nieuwe vaardigheden consolideren en geleidelijk gedrag veranderen. Een persoon leert minder rigide en categorisch te zijn, verschillende facetten van een probleemsituatie te zien.

De therapeut stelt voortdurend vragen en legt punten uit die de patiënt zullen helpen het probleem te begrijpen. Elke sessie is anders dan de vorige, omdat de patiënt elke keer een beetje naar voren beweegt en gewend raakt aan het leven zonder de steun van de therapeut in overeenstemming met nieuwe, flexibelere opvattingen.

In plaats van de gedachten van andere mensen te 'lezen', leert een persoon de zijne te onderscheiden, begint hij zich anders te gedragen en als gevolg daarvan verandert ook zijn emotionele toestand. Hij kalmeert, voelt zich levendiger en vrijer. Hij begint vrienden met zichzelf te worden en veroordeelt zichzelf en andere mensen niet langer.

In welke gevallen is het nodig?

Cognitieve therapie is effectief bij depressie, paniekaanvallen, sociale angst, obsessief-compulsieve stoornis en eetstoornissen. Deze methode wordt ook gebruikt om alcoholisme, drugsverslaving en zelfs schizofrenie te behandelen (als ondersteunende methode). Tegelijkertijd is cognitieve therapie ook geschikt voor het omgaan met een laag zelfbeeld, relatieproblemen, perfectionisme en uitstelgedrag.

Het kan zowel in individueel werk als in het werk met gezinnen worden gebruikt. Maar het is niet geschikt voor patiënten die niet bereid zijn actief deel te nemen aan het werk en verwachten dat de therapeut advies geeft of eenvoudig interpreteert wat er gebeurt.

Hoe lang duurt de therapie? Hoeveel is het?

Het aantal bijeenkomsten hangt af van de werkbereidheid van de cliënt, de complexiteit van het probleem en de levensomstandigheden. Elke sessie duurt 50 minuten. De loop van de therapie is van 5-10 sessies 1-2 keer per week. In sommige gevallen kan de therapie langer dan zes maanden duren.

Geschiedenis van de methode

1913 De Amerikaanse psycholoog John Watson publiceert zijn eerste artikelen over het behaviorisme. Hij spoort zijn collega's aan om zich uitsluitend te concentreren op de studie van menselijk gedrag, op de studie van het verband "externe stimulus - externe reactie (gedrag)".

1960. De grondlegger van de rationeel-emotionele psychotherapie, de Amerikaanse psycholoog Albert Ellis, verklaart het belang van een tussenschakel in deze keten: onze gedachten en ideeën (cognities). Zijn collega Aaron Beck begint het kennisgebied te bestuderen. Na evaluatie van de resultaten van verschillende therapieën, kwam hij tot de conclusie dat onze emoties en ons gedrag afhangen van de stijl van ons denken. Aaron Beck werd de grondlegger van cognitief-gedragsmatige (of gewoon cognitieve) psychotherapie.

Laat een reactie achter