Rij geïsoleerd (Tricholoma Sejunctum)

systematiek:
  • Divisie: Basidiomycota (Basidiomycetes)
  • Onderverdeling: Agaricomycotina (Agaricomycetes)
  • Klasse: Agaricomycetes (Agaricomycetes)
  • Subklasse: Agaricomycetidae (Agaricomycetes)
  • Bestelling: Agaricales (Agaric of Lamellar)
  • Familie: Tricholomataceae (Tricholomovye of Ryadovkovye)
  • Geslacht: Tricholoma (Tricholoma of Ryadovka)
  • Type: Tricholoma Sejunctum (gescheiden rij)

Hoed: hoed doorsnee 10 cm. Het oppervlak van de dop is olijfbruin van kleur, donkerder in het midden, met lichtgroenige randen naar beneden gebogen en donkere dunne schubben. Bij nat weer slijmerig, bleekgroen, vezelig.

Been: eerst wit, tijdens het rijpen krijgt de schimmel een lichtgroene of olijfkleur. De onderkant van het been is donkergrijs of zwart. De stengel is continu, glad of appressed-vezelig, cilindrisch van vorm, soms met kleine schubben. Bij een jonge paddenstoel is het been uitgezet, bij een volwassene is het verdikt en naar de basis gericht. Beenlengte 8cm, dikte 2cm.

Pulp: witachtig van kleur, onder de huid van de benen en doppen bleekgeel. Het heeft een licht bittere smaak en een geur die doet denken aan vers meel, sommigen houden niet van deze geur.

Sporen poeder: wit. Sporen zijn glad, bijna afgerond.

Records: wit of grijsachtig, praktisch vrij, breed, zijdeachtig, zeldzaam, vertakt met platen.

Eetbaarheid: medium smaak, geschikt voor voedsel, gebruikt in een zoute vorm. De schimmel is praktisch onbekend.

Gelijkenis: lijkt op sommige andere soorten herfstrijen, bijvoorbeeld groene rijen, die zich onderscheiden door gele platen en een groenachtig geel kapoppervlak.

Spread: gevonden in naald- en loofbossen. Geeft de voorkeur aan vochtige en zure grond met enkele loofbomen die mycorrhiza kunnen vormen. Vruchttijd - augustus - september.

Laat een reactie achter