Dekonika Phillips (Deconica phillipsii)

systematiek:
  • Divisie: Basidiomycota (Basidiomycetes)
  • Onderverdeling: Agaricomycotina (Agaricomycetes)
  • Klasse: Agaricomycetes (Agaricomycetes)
  • Subklasse: Agaricomycetidae (Agaricomycetes)
  • Bestelling: Agaricales (Agaric of Lamellar)
  • Familie: Strophariaceae (Strophariaceae)
  • Geslacht: Deconica (Dekonika)
  • Type: Deconica philipsii (Deconica Phillips)
  • Melanotus Philips
  • Melanotus phillipsii
  • Agaricus phillipsii
  • Psilocybe phillipsii

Habitat en groeitijd:

Deconic Phillips groeit op drassige en vochtige grond, op dode grassen, minder vaak op zegge (Cyperaceae) en biezen (Juncaceae), nog zeldzamer op andere kruidachtige planten van juli tot november (West-Europa). De wereldwijde verspreiding is nog niet opgehelderd. Op de Karelische landengte groeit het, volgens onze waarnemingen, op de dunne takken van verschillende loofbomen en struiken van eind september tot januari (in een warme winter - in een dooi) en soms herleeft het in april.

Beschrijving:

Kap 0,3-1 cm in diameter, enigszins bolvormig, dan bijna vlak, afgerond, in rijpheid vergelijkbaar met een menselijke nier, van licht fluweelachtig tot glad, hygrofaan, soms met kleine radiale plooien, met een gegroefde rand, niet olieachtig, van beige tot roodbruin-grijs, vaak met een vleestint (in droge toestand – meer vervaagd). De platen zijn zeldzaam, licht of roze-beige, donkerder met de leeftijd.

Stengel rudimentair, eerst centraal, dan excentriek, roodbeige of bruin (donkerder dan de dop). Sporen zijn licht paarsbruin.

Dubbel:

Melanotus caricicola (Melanotus cariciola) - met grote sporen, gelatineuze cuticula en habitat (op zegge). Melanotus horizontalis (Melanotus horizontalis) – een zeer gelijkaardige soort, donkerder van kleur, groeit op wilgenbast, altijd op vochtige plaatsen.

Opmerkingen:

Laat een reactie achter