Belgische herder

Belgische herder

Uiterlijke kenmerken

De Belgische Herder is een middelgrote hond met een sterk, gespierd en wendbaar lichaam.

Poil : dicht en strak voor de vier variëteiten. Lang haar voor de Groenendaelers en de Tervuren, kort haar voor de Mechelaar, hard haar voor de Laeken.

Maat (schofthoogte): gemiddeld 62 cm voor reuen en 58 cm voor teven.

Gewicht : 25-30 kg voor mannen en 20-25 kg voor vrouwen.

Classificatie FCI : Nr 15.

Oorsprong

Het ras Belgische Herders werd geboren aan het einde van de 1910e eeuw, met de oprichting in Brussel van de “Belgian Shepherd Dog Club”, onder leiding van de professor in de diergeneeskunde Adolphe Reul. Hij wilde optimaal profiteren van de grote diversiteit aan herdershonden die toen naast elkaar bestonden op het grondgebied van het huidige België. Er werd één enkel ras gedefinieerd, met drie soorten haar en in 1912 was het gestandaardiseerde ras ontstaan. In XNUMX werd het al officieel erkend in de Verenigde Staten door de Amerikaanse kennelclub. Tegenwoordig zijn de morfologie, het temperament en de arbeidsgeschiktheid unaniem, maar het bestaan ​​van de verschillende variëteiten heeft lange tijd aanleiding gegeven tot controverse, waarbij sommigen er de voorkeur aan geven ze als verschillende rassen te beschouwen.

Karakter en gedrag

Zijn aangeboren capaciteiten en drastische selecties door de geschiedenis heen hebben van de Belgische herder een levendig, alert en waakzaam dier gemaakt. Een goede training maakt deze hond gehoorzaam en altijd klaar om zijn baas te verdedigen. Hij is dan ook een van de favoriete honden voor politie- en bewakingswerk. De Mechelse herder is bijvoorbeeld erg in trek bij beveiligings-/beveiligingsbedrijven.

Frequente pathologieën en ziekten van de Belgische herder

Pathologieën en ziekten van de hond

Een studie uitgevoerd in 2004 door De Britse Kennel Club toonde een levensverwachting van 12,5 jaar voor de Belgische Herder. Volgens hetzelfde onderzoek (met minder dan driehonderd honden) is kanker (23%), beroerte en ouderdom (elk 13,3%) de belangrijkste doodsoorzaak. (1)


Veterinaire studies uitgevoerd met Belgische herders hebben de neiging om aan te tonen dat dit ras geen grote gezondheidsproblemen heeft. Verschillende aandoeningen worden echter vrij vaak waargenomen: hypothyreoïdie, epilepsie, cataracten en progressieve atrofie van het netvlies en dysplasie van heup en elleboog.

Epilepsie: Het is de aandoening die de meeste zorgen veroorzaakt bij dit ras. de Deense Kennel Club voerde een studie uit bij 1248 Belgische herders (Groenendael en Tervueren) geregistreerd in Denemarken tussen januari 1995 en december 2004. De prevalentie van epilepsie werd geschat op 9,5% en de gemiddelde leeftijd waarop de aanvallen begonnen was 3,3, 2 jaar. (XNUMX)

Heupdysplasie: de studies De Orthopedische Stichting van Amerika (OFA) lijken erop te wijzen dat deze aandoening minder vaak voorkomt bij de Belgische herder dan bij andere hondenrassen van deze omvang. Slechts 6% van de bijna 1 geteste Mechelaar was aangetast en de andere rassen waren nog minder aangetast. De OFA is echter van mening dat de realiteit ongetwijfeld meer gemengd is.

Kankers de meest voorkomende bij Belgische herders zijn lymfosarcoom (tumoren van lymfoïde weefsel – lymfomen – die verschillende organen kunnen aantasten), hemangiosarcoom (tumoren die groeien uit vasculaire cellen) en osteosarcoom (botkanker).

Leefomstandigheden en advies

De Belgische herder – en vooral de Mechelaar – reageert heftig op de geringste prikkel en kan nervositeit en agressiviteit tonen tegenover een vreemde. Zijn opvoeding moet daarom vroegrijp en streng zijn, maar zonder geweld of onrecht, wat dit overgevoelige dier zou frustreren. Is het nuttig om erop te wijzen dat deze werkhond, altijd klaar om te helpen, niet gemaakt is voor het luie leven van een appartement?

Laat een reactie achter